Licht is een belangrijke bron van energie voor planten. Lichtverspreiding is een effectief middel om planten te helpen zich aan te passen aan verschillende omgevingen, zoals het aanpassen van hun bladeren, stengels en bloemen aan de lichtomstandigheden. Er zijn verschillende manieren waarop licht door planten wordt verspreid.

De meest voorkomende manier van lichtverspreiding is het omzetten van fotosynthetische actieve straling (PAR) in energie. PAR is het spectrum van licht dat planten gebruiken voor fotosynthese. Licht wordt door planten gebruikt om organische moleculen en andere stoffen te maken. Licht dat niet door de plant wordt gebruikt, wordt afgegeven als warmte of reflectie.

Daarnaast beïnvloeden verschillende soorten licht de groei van planten. Hogere intensiteiten van blauw licht zijn gunstig voor het bladgroen van planten en voor de productie van chlorofyl. Ook rood licht heeft een gunstig effect op de groei van planten. Rood licht stimuleert de lengte- en groeigroei, waardoor planten meer bladeren krijgen en meer energie produceren.

Een andere manier waarop planten licht verspreiden is door middel van fotosynthetische reflectie. Planten absorberen blauw licht waardoor de reflectie van rood licht toeneemt. Dit heeft een gunstig effect op de groei van planten omdat het de fotosynthese verbetert en op lange termijn energie bespaart.

Planten gebruiken ook lichtsensoren om te detecteren hoeveel licht ze ontvangen. Licht sensoren, zoals fotoreceptoren, helpen planten om hun fotosynthetische activiteiten te reguleren. Ze kunnen bijvoorbeeld de groei van de plant regelen door de prestaties van de stam en bladeren aan te passen aan de lichtomstandigheden.

Lichtverspreiding is een cruciaal onderdeel van het leven van planten. Door middel van lichtverspreiding kunnen planten zich aanpassen aan verschillende omgevingen, hun fotosynthese verbeteren en energie besparen.